San Salvatore verbouwt zijn wijnen in een van de mooiste landschappen ter wereld. De klimatologische omstandigheden waren voor de oude Grieken al een reden om zich daar te vestigen.
Wie is de man achter het wijnhuis? Schijnbaar uit het niets beklom Giuseppe Pagano in minder dan twee decennia het internationale podium van erkende wijnproducenten. Vanaf het begin stelde hij biologische teelt als standaard en terwijl zijn wijnen vrijwel direct wereldwijd hooggewaardeerde onderscheidingen ontvingen, werd San Salvatore, als een van slechts 11 wijnhuizen ter wereld, bekroond met het prestigieuze Green Emblem van Robert Parker voor uitstekende duurzaamheid in de wijnindustrie.
Als gevestigde hotelier besloot hij al op 50-jarige leeftijd tot wijnbouw en kort daarna tot de opbouw van een buffelfarm in kringlooplandbouw van stal en wijngaard. Peppino’s visie: zelfvoorziening in energie in de schaduw van de majestueuze tempels in Paestum, waar de Griekse bewoners al 3.000 jaar geleden de autochtone druivensoorten hadden meegebracht. Het gebeurde in het hart van het Nationaal Park Cilento, UNESCO Werelderfgoed en Biosfeerreservaat, daar waar bij een eerste verkenning alleen extreme wijnen hadden kunnen worden verbouwd: Giuseppe Pagano trotseerde alle twijfels en legde het fundament voor het succes van zijn wijnen.
In Stio, op 650 m boven zeeniveau, temidden van ongerepte natuur, omgeven door wildwatervalleien en met sneeuw bedekte bergen, produceert San Salvatore 19.88 vandaag enkele van de succesvolste en best beoordeelde wijnen van Zuid-Italië. Vanaf de wijngaard Cannito, gelegen op 250 m boven zeeniveau boven de antieke tempels van Paestum, strekt het uitzicht zich uit over de Golf van Salerno tot aan het mondaine Capri en de pittoreske Amalfikust; mediterrane excellentie onder de voeten en in het zicht, voor wijnstokken en buffels. “In elk succesvol product moet liefde, respect en ethiek zitten.” (citaat Peppino Pagano)