Gianni en Luca Calvi zijn in de vierde generatie olijfoliehandelaren, -producenten en boeren van het traditionele bedrijf Olio Calvi. Hier, in de oostelijk gelegen, modernere wijk van Imperia, bevindt zich enerzijds de handelshaven en anderzijds de locatie van de voedselproductie van de provinciehoofdstad. Rijk aan geschiedenis ligt hun oorsprong in de middeleeuwen. Een soort conglomeratie van de elf omliggende dorpen en gemeenten en de vereniging van Oneglia en Porto Maurizio kenmerken deze plaats niet alleen in zijn infrastructuur, ook de Liguriërs zelf zijn een bijzonder soort mensen. Het kan de heuvelachtige, kronkelige landschap zijn of de waarschijnlijk meest moeizame manier om olijven te oogsten die men zich kan voorstellen (niet voor niets noemen sommige boeren hun olijfgaarden ook wel Italië's Machu Picchu).

Een olie ruiken en proeven en een oordeel vellen is één ding, een goede olie onderscheiden van een defecte is iets anders. Nog lastiger wordt het om kleine verschillen in geur en smaak van twee verschillende oliën te herkennen of om de bijzonderheid van een bepaald gebied te onthouden in vergelijking met een ander en in staat te zijn te bepalen waar een olie vandaan komt, alleen aan de hand van wat je proeft. Giovanni Senior had deze vaardigheid, het was naast ervaring een natuurlijke gave. En ondanks deze gave had hij zich altijd uitgesproken tegen het cultiveren van eigen bomen. De geschiedenis en eigen ervaring schetsten voor hem een duidelijk beeld. Pas met de overname door Gianni en Luca verandert de interpretatie van Olio Calvi in een holistisch proces.

Nu creëren ze niet alleen de fijnste cuvées, maar kopen ze olijfgaarden, cultiveren planten en persen olie uit hun eigen olijven. Daarnaast runnen ze bij hun molen een "olijfschool", waarin ze hun kennis over een duurzame omgang met het Ligurische erfgoed doorgeven. De allereerste bomen van de familie plantte trouwens de grootvader destijds in de eigen tuin. Ondanks alle liefde voor de olijf geven ze echter schalks toe dat het beste aan Oneglia, waar de twee wonen, is dat er alleen pijnbomen zijn.