Het familiebedrijf Gaja heeft zich in de afgelopen decennia uiterst dynamisch ontwikkeld en is inmiddels naast Piemonte ook actief in Toscane en Sicilië. Voor Angelo Gaja is de Etna altijd al een plek van verlangen geweest en sinds 2015 beheert hij 19 hectare, die vooral beplant zijn met de inheemse druivensoorten Nerello Mascalese en Nerello Capuccio. Zijn wijngaard heet IDDA, de lokale naam voor de Etna, en zo heet ook de wijn, zowel rood als wit.

Waar Angelo Gaja ook zijn handen in het spel heeft, komt er een enorm indrukwekkende kwaliteit op de fles. Zo ook met zijn Siciliaanse project, dat hij samen met de wijngaard Graci heeft opgezet. Hij kocht twee percelen van in totaal 40 hectare aan de zuidkant van de Etna, die in tegenstelling tot de noordkant nog vrij onontgonnen is, hier zijn slechts enkele wijngaarden. Ook de wijngaard Graci zelf ligt, net als de Tenuta delle Terre Nere, aan de noordkant van de vulkaan. De zuidkant brengt weliswaar enkele uitdagingen met zich mee, maar tegelijkertijd ook bijna eindeloos veel potentieel, vooral voor witte wijnen.